Clytia (Zonnebloem)

Geïnspireerd door de zonnebloem in mijn tuin, besloot ik een sculptuur te maken van Clytia, de nimf uit de Griekse mythologie die veranderde in een zonnebloem. In dit beeld heb ik elementen van de zonnebloem verwerkt om zowel de schoonheid als de droefheid van haar lot te vangen.

De kleine zonnebloemblaadjes symboliseren haar geleidelijke transformatie van nimf naar bloem, terwijl de grotere bladeren haar verbondenheid met de aarde en natuur benadrukken. Deze elementen laten zien hoe Clytia één wordt met de bloem en haar metamorfose voltooit.

Haar gezicht toont schaamte en melancholie, met ogen die naar beneden zijn gericht, alsof ze de zon niet meer ziet, wat haar verlangen naar Apollo weerspiegelt. Haar haar, gevormd uit zonnebloembladeren die langs haar schouders vallen, benadrukt het transformatieproces van mens naar plant.

Deze combinatie van bloemen en bladeren in haar haar en gezicht geeft een gevoel van beweging en eenheid met de natuur, als symbool van haar uiteindelijke verandering in een zonnebloem die altijd naar de zon gericht blijft. Clytia’s tragische verhaal van onbereikbare liefde en transformatie is de kern van dit beeld.

Voor het filmpje

De Mythe van de Zonnebloem: Een Ode aan Onbeantwoorde Liefde

Een prachtige zonnebloem 🌻 in eigen tuin staat heerlijk met haar hoofdje naar de zon gericht. Kennen jullie eigenlijk de mythe van de zonnebloem? 

Er was eens een nimf, een soort waterelfje, die Clytia heette. Ze woonde in een mooie tuin vol bloemen en beekjes. Clytia had een groot geheim: ze was verliefd, smoorverliefd, op Apollo, de god van de zon. Elke dag reed Apollo door de hemel in zijn gouden zonnewagen, en Clytia kon haar ogen niet van hem afhouden. Ze vond hem zó mooi, met zijn stralende gezicht en warme glimlach!

Maar Apollo, die zag Clytia niet echt staan. Zijn hart klopte voor iemand anders, een andere nimf genaamd Leucothea. Dit maakte Clytia erg verdrietig, want ze wilde niets liever dan dat Apollo haar ook zou zien en van haar zou houden. Ze werd zo jaloers dat ze Leucothea’s geheim aan haar strenge vader vertelde, in de hoop dat Apollo dan toch bij haar zou komen. Maar in plaats daarvan werd Leucothea’s vader boos en liet hij zijn dochter opsluiten. Dit maakte Apollo erg verdrietig en hij wilde helemaal niets meer te maken hebben met Clytia.

Clytia was diep bedroefd. Ze kon niet meer eten, niet meer slapen, en elke dag zat ze op een rots, alleen maar kijkend naar Apollo die door de lucht reed. Ze hoopte dat hij haar ooit zou opmerken en haar liefde zou beantwoorden. Maar dat gebeurde niet.

Langzaam begon Clytia te veranderen. Haar voeten begonnen wortels te krijgen die zich in de grond vastzetten. Haar armen veranderden in lange groene bladeren en haar gezicht werd een grote, gele bloem die altijd naar de zon gedraaid stond. Zo werd Clytia een zonnebloem.

Nu nog steeds, elke dag, draait de zonnebloem haar gezicht naar de zon, van zonsopgang tot zonsondergang, alsof ze Apollo nog steeds volgt en hoopt dat hij haar ooit zal zien.

En dat is waarom zonnebloemen altijd naar de zon draaien. Ze zijn een herinnering aan Clytia’s grote, maar trieste liefde voor Apollo – een liefde die bleef duren, zelfs toen ze een bloem werd.